Gelijkwaardigheidmodel per branche
Financiële instellingen
Het gelijkwaardigheidsmodel moet ook gelden voor financiële instellingen. Ook voor alle financiële instellingen steeds moet gelden: Draagt mijn handelen bij aan het welzijn van de reële economie? Is dit werkelijk goed voor de klant en zijn de risico’s aanvaardbaar voor de klant en voor de financiële instelling.
Wie zijn nu eigenlijk de investeerders bij die financiële instellingen in Nederland?
Voor 75% zijn dat de pensioenfondsen (10). Daarnaast zijn er nog vele Nederlanders die zelf een pensioenvoorziening verzorgen los van een pensioenfonds. Dat resulteert erin dat ca. 85-90% van de Nederlandse bevolking investeert bij financiële instellingen als pensioenvoorziening. Dat zou kunnen betekenen dat pensioenbeleggers (de meeste van ons dus, als aandeelhouder) de nodige eisen kunnen stellen aan de financiële instellingen:
‘Investeer voornamelijk in de reële economie, direct of indirect!’
Pensioendeelnemers zouden zich beter moeten organiseren om pensioenuitvoerders niet de vrije hand geven om korte termijn rendementen na te streven ten koste van de reële economie of om speculatieve investeringen te doen!
Bij klanten van een financiële instelling hebben de werknemers de verplichting mogelijke misstanden of te risicovolle producten te melden, indien nodig bij hun ondernemingsraad. Op deze wijze moeten ook bedrijven ‘weerbaarder’ worden naar financiële instellingen.
Voor financiële instellingen anders dan banken geldt dit nog in sterkere mate. Een private equity firma heeft haar bestaansrecht ervan gemaakt om op termijn rendement te creëren. Veel geld in portefeuille en een kleine staf van gespecialiseerd personeel. De zeggenschap van geld (dividend) is veel groter van de invloed van enkele werknemers (loonpost). Hier zal de weerbaarheid van bedrijven waar de private equity in investeert veel meer haar werk moeten doen en grote risico’s moeten melden aan de ondernemingsraad in het geval de leiding dit zelf niet constateert. Dit vraagt veel vakkennis van leden van de ondernemingsraad.
Private equity firma’s hebben zich gericht op opkoop van dierenartsen. Soms heeft dit geleid tot forse verhoging van de tarieven voor consulten.
In het gelijkwaardigheidsmodel moet de aankoop van een dierenartsenpraktijk de goedkeuring krijgen van aandeelhouders en werknemers (via bv. een medezeggenschap) van betreffende praktijk.
Bij een prijsverhoging moet zal er goedkeuring moeten komen van aandeelhouders (zaakvoerders) en werknemers (ondernemingsraad). De ondernemingsraad heeft een kleiner stemrecht dan de aandeelhouders. In stemming zal moeten worden gebracht wat het beste is voor de toekomst van deze praktijk met deze werknemers in deze omgeving. Bij blijvende onenigheid zal de stakeholdersvergadering moeten beslissen.
Overigens is het zeer welkom dat investeerders veel meer zeggenschap krijgen bij innovatieve ontwikkelingen die onderworpen zijn aan grote ondernemingsrisico’s.
Een hedgefund heeft zich ingekocht in een onderneming door zich een meerderheidsbelang te verwerven in een onderneming. Het is voornemens de directie te vervangen en een geheel nieuwe koers in te zetten.
De nieuwe bedrijfsplannen moeten worden voorgelegd aan de stakeholdersvergadering. Ook de ondernemingsraad zal moeten beoordelen of de bestaande koers met bestaande directie of de nieuwe bedrijfsstrategie van de hedge fund beter is voor de toekomst van de onderneming. De stakeholdersvergadering moet hierover kunnen stemmen.
Tech-bedrijven
Techbedrijven in sociale media hebben nu een grote invloed op de gebruikers. Je kunt spreken van een marktmacht richting monopolist. Men beheerst de markt en verdient aan reclame en kan concurrentie uitsluiten.
Dat is een ongewenste ontwikkeling, waarmee hightech bedrijven woekerwinsten kunnen behalen voor de aandeelhouders en leidinggevenden. Het gelijkwaardigheidsmodel moet dit behoorlijk indammen. De ondernemingsraad wordt niet alleen maar gedreven uit commerciële belangen, maar ook door sociale en morele belangen. De ondernemingsraad heeft vaker meer aandacht voor de lange termijn en zal het belang van democratische regelgeving een eerlijke concurrentie inbrengen.
Farmaceutische industrie
Kenmerkend voor deze industrie is dat er hoge winsten worden gemaakt. Voor gezondheid wordt veel betaald. De kosten voor medicijnontwikkeling zijn hoog. Maar veel basisontwikkeling wordt vaak eerst uitgevoerd door wetenschappelijke instituten die worden gefinancierd door de overheid. Pas daarna worden medicijnen vaak doorontwikkeld en commercieel gemaakt door deze farmaceutische bedrijven. Aandeelhouders worden rijk van sommige woekerwinsten. Het stakeholdersmodel moet dit verminderen. Morele overwegingen zullen eerder door de ondernemingsraad naar voren worden gebracht dan door zaakvoerders. Dat kan leiden tot meer openheid over de ontwikkelkosten van medicijnen.
Petrochemische industrie
In deze industrie gaan enorme omzetten jaarlijks om. Fossiele brandstoffen zijn een belangrijke oorzaak van CO2-uitstoot, wat zorgt voor een broeikaseffect met opwarming van de aarde met alle negatieve gevolgen. Ook zorgt verbranding van fossiele brandstof voor stikstof neerslag, waar vooral in natuurgebieden de biodiversiteit sterk wordt verminderd.
Van deze industrie wordt verwacht dat zij een transitie gaat doormaken naar groene energievormen. In de praktijk blijkt echter dat de investeringen voor deze transformatie sterk achterblijft ten opzichte van investeringen in de fossiele brandstoffen. Duidelijk is dat de druk van aandeelhouders voor goed rendement te hoog is. De leiding wil de aandeelhouders niet teleurstellen.
Er moeten wel organisatorische tegenkrachten worden georganiseerd via het gelijkwaardigheidsmodel. De ondernemingsraad en werknemers moeten melding maken van afwijkingen van operationele bedrijfsdoelstellingen. Investeringen in groene energie moeten hogere prioriteit krijgen.
Terug naar Openingspagina